1 World 2 Travel
Cuba
Economie & Toerisme

Zelfs het toasten op de gezondheid veranderde

Voor de revolutie bracht de Cubaan een toast uit met de uitspraak ‘Salud, y dineros, y amor...’, of gezondheid, geld en liefde’. Heden ten dage, tijdens een leven op rantsoenen, is dat geworden ‘Salud y dignidad, y amor, y tiempo para gozarlos’, of ‘Gezondheid, waardigheid, liefde en een lang leven om van te genieten”.
Onthouden en van buiten leren dus, voor wie een cocktail wil drinken met een companero.



Werken voor eigen rekening mag nu
Sedert het verdwijnen van de Sovjetunie en haar satellieten is Cuba volledig op zichzelf aangewezen. “El lider maximo” neem het begrip ‘privé-initiatief’ niet in de mond, maar staat sedert 1993 toe dat de Cubaan voor eigen rekening werkt. Hij kan kopen en verkopen op de vrije boerenmarkt, hij mag dollars bezitten inruilen en op een spaarboekje plaatsen.
Castro duldt nu ook distributiekanalen buiten de overheid om. De kleine restaurants, de paladeres, bestaan al jaren, maar werden in de zomer 95 officieel toegelaten.
Onderwijs, gezondheidszorg en arbeidsmarkt blijven echter strikt in de handen van de overheid. Een nieuwe wet, goedgekeurd in september 95, moet buitenlandse investeringen gemakkelijker maken en vooral aantrekken.
Al meer dan 200 ondernemingen hebben, volgens de overheid, al voor 60 miljard bef contracten afgesloten. Vooral in het toerisme, dat tegenwoordig een belangrijker bon van inkomsten is geworden dan de suikerindustrie.


De lieve dollars van de toerist
De liberaliseringen leiden echter tot een Cubaanse vorm van apartheid: wie bezit dollars en wie niet? Officieel luidt het dat 4 Cubanen op 10 makkelijk aan dollars kunnen geraken.
Wie in het toerisme werkt zit aan de bron, maar ook de taxichauffeur, de kelners pikken hun groene kruimel, terwijl buitenlandse hoteleigenaars hun personeel, hoewel dat strikt verboden is, soms gedenken met een premietje in dollars, een incentive, zoals dat heet.
Sedert het begin van de jaren negentig wordt Cuba jaarlijks bezocht door vele honderdduizenden. Die internationale massa groeide van 340.000 in 1990 aan tot 1,8 miljoen in 2000. Toeristen betalen niet in peso’s, maar in dollars en beter nog – sedert 2002 - in Euro’s. Cuba heeft zich dankzij Europa kunnen bevrijden uit de Amerikaanse dollarzone.
In tegenstelling tot de Cubanen kunnen bezoekers terecht in de toeristenwinkels. Alleen daar is er nog wat te kopen. De winkelstraten liggen er voor het overige uitgestorven bij, de etalages zijn leeg, vele panden zijn dicht.
De meeste toeristen landen op Varadero, het langgerekte schiereiland vol luxehotels. Dat is wel wat bedroevend, want de Cubaanse archipel telt 340 stranden en 4190 cayo’s (vooral kleine eilanden). Er zijn tientallen centra die veel meer te bieden hebben dan strand alleen. Kijk naar Havana, Santiago de Cuba, Holguin, het enig mooie natuurgebied van Pinar del Rio – tevens de tabaksprovincie -, Sancti Spiritu met het door de Unesco tot historisch erfgoed uitgeroepen stadje Trinidad.


Vrij rondreizen en - rijden
Vrij rondreizen is in Cuba niet alleen mogelijk, het wordt nu ook aangemoedigd. Je kan van hieruit of via de website van Cubanacan een auto huren, verzekering inbegrepen, rijden en gaan waar je wil, en wanneer je wil. Een toeristisch visum kan gewoon bij de ambassade worden aangevraagd.
Het toerisme is een locomotief voor ons land, de beste impuls voor economische hervormingen. Rechtstreeks en onrechtstreeks leven al 300.000 Cubanen van het toerisme, dat 61% van de nationale consumptie vertegenwoordigt.
Tot 1940 bezochten alleen Amerikanen het land. Nadien, tot 1959, kozen 37% onder hen voor Cuba wanneer ze Caribische vakanties boekten.



Acteurs en maffia
Tot voor de revolutie was de Hilton (nu Habana Libre) in Havana een voorkeurhotel voor de rijkelui en de Amerikanen. Ook de Capri scoorde goed. Dit hotel hoorde toe aan acteur George Raft. De Habana Riviera was gewoon in handen van de maffia en ook de Deauville was een toevluchtsoord voor bv. Lucky Luciano.
In de jaren zestig bestond er in Cuba een discriminatie. In de Habana Libre was iedereen welkom, ook Cubanen. In de Capri bv. logeerden alleen de Yanquis, zijnde die Amerikanen die geen rekening hielden met de boycot door hun land.
Andere hotels waren toebedeeld aan West- of Oosteuropeanen (het Sovjetblok bestond toen nog), of aan sportlui uit alle landen.

Toen Fidel en El Ché in januari 1960 de macht van dictator Batista overnamen, werden de Amerikaanse toeristen vervangen door een embargo uit Washington.
Het toerisme viel stil en tot 1990 kon men de zeldzame bezoekers eerder avonturiers noemen. Tijdens de jaren negentig werd grondig gesleuteld aan toerisme en infrastructuur.


Historische centra gerestaureerd
Cuba telt thans 35.000 hotelkamers en alsmaar meer Cubanen nodigen de bezoekers uit om privé te logeren, in de zogeheten casas particulares. Het wordt officieel niet aangemoedigd, maar het mag”. Vrijwel alle hotels zijn in buitenlandse handen. Zij verrezen met Frans, Italiaans, Duits en Nederlands kapitaal. Cuba moedigt verdere investeringen aan en wil met buitenlands kapitaal blijven werken. Zo worden de oude gebouwen van La Habana, met hun Spaans-koloniale bouwstijl, eindelijk opgekalefaterd. De Malecon (Zeedijk) heeft al een gedaanteverwisseling ondergaan.
Wie dat allemaal financiert?
Buitenlandse bedrijven.
Wat die in ruil krijgen?
Elk contract wordt afzonderlijk besproken. Meestal volgt een retour in een hoteluitbating. Is het aangewezen om Cuba te bezoeken eer Washington het embargo opheft en opnieuw horden Amerikanen het land overrompelen?
Cuba moet je vandaag bezoeken, zoals het nu is. Die authenticiteit is typisch Cubaans: “Si vienes a Cuba como amigo te sentiras hermano de todos Cubanos” (Kom je als vriend naar Cuba dan zult ge u voelen als een broer van alle Cubanen)


Mulattinnen vrijen groene briefjes op
Eén van de gevolgen van de Cubaanse dollarmanie is de toenemende prostitutie. Mooi ogende en leuk gedraaide dametjes klampen de toerist in en rondom de hotels om de haverklap aan. Ze worden gedoogd en beschouwd als een neveneffect in de kosten en baten van de economie. Prostitutie heeft altijd bestaan op Cuba.
De overheid heeft dit altijd omschreven als een fenomeen uit het verleden (ten tijde van Fulgencio Batista was Havana het grootste bordeel ter wereld) en legt de schuld nu bij de economische moeilijkheden die voortvloeien uit het Amerikaans embargo.


The United Fruit Company
Deze vennootschap beheerste, samen met o.m. American Tobacco Cy, Betlehem Steel Corp., de Cuba Cane Sugar Corp. en enkele banken, de Cubaanse economie. Zelfs de openbare diensten van het land waren in handen van Amerikanen.
De zafra (suikeroogst) duurde vier maanden en de rest van het jaar waren de arbeiders zonder werk. De Amerikanen lieten de monocultuur bestaan, zoals dat ook in andere Latijns-Amerikaanse landen het geval bleef. De winsten werden uitsluitend belegd in Amerikaanse bedrijven.
Het analfabetisme was groot en de boeren leefden in bohios, hutten van palmbladeren. Havana vormde met zijn luxe, zijn 270 bordelen en zijn rijke Amerikaanse toeristen, een schril contrast.
Toen Castro de macht veroverde, was het dan ook de United Fruit Cy. die het symbool werd van het kapitalisme dat de Cubanen in de verpaupering had gestort.





CUBA
Main Page


©  2001 december  copyright  vilmos  cvg   * information:   webmaster   * using this text for commercial purposes will not be allowed