PINAR DEL RIO Pinar is een van de mooiste provincies van Cuba. De gelijknamige stad, die aanvankelijk Nueva Filipina heette, werd gesticht in 1571 en ligt aan de voet van de Sierra de los Organos. In de Cordillera de Guaniguanico meet de hoogste top 692 meter. Pinar is het transportcentrum voor het nabijgelegen landbouwgebied Vuelta Abajo met zijn culturen van tabak, suikerriet, ananas en koffie. De oorspronkelijke bewoners, de indiaanse Guanahatabeyes, leefden vooral van de jacht en het verzamelen van vruchten. De Spanjaarden gunden hen daar weinig tijd voor, met alle gevolgen vandien. Meubelfabrieken en tabak zijn nu de andere activiteiten. De beste tabak komt van hier. De tabaksboeren vestigden zich pas in de 18de eeuw en de eerste fabriek werd opgericht in 1760. Pinar en Havana zijn verbonden door een snelweg en een spoorweg. De stad begon te groeien halverwege de 19de eeuw. Vanuit Pinar loopt een kronkelweg omhoog naar Vinales. De Cubanen noemen hem de Carretera de los borrachos, de “dronkemansweg”. De arbeiders, die hem aanlegden, zo luidt het, stopten elke honderd meter om een slok rum te nuttigen. BLIKVANGERS Guayabita rumfabriek Hier brouwt men de Guayabita del Pinar, een zeer geliefde likeur, die alleen in deze streek verkrijgbaar is. Museo de Ciencias Naturales Gevestigd in het vroegere Palacio Guasch. Een architecturale rariteit omdat alle destijds bestaande bouwstijlen in dit gebouw werden geïntegreerd. Museo de Tabaco Gevestigd in de vroegere gevangenis Antiqua Carcel. Hier ziet men de afwerking van de sigaar van blad tot eindproduct. Museo Antonio Guiteres Holmes Een geschiedkundig streekmuseum. El Salto-meer Prachtig gelegen wateroppervlakte San Vicente Met de mooie grotten. Eén ervan huisvest zelfs een... disco. De mooiste grot is de 300 m diepe Cueva del Indio. Met een bootje kan men er op een van beide riviertjes doorheen. Verder is er de Cueva de José Miguel. Wie de moed heeft kan nog de Paredon del Eco beklimmen, de ‘grote muur van de echo’. Op de top wordt het zachtste gerucht een luide klank. Vuelta Abajo Hier groeien de beste soorten zwarte tabak, de pelo de oro, criollo en corojo. Er is tevens het 40 ha grote onderzoekscentrum van de tabaksteelt gevestigd. Guanahacabibes Dit schiereiland, dat eindigt in een moerassige punt, is een wil gebied vol bossen. Consolacion del Sur Een welvarend tabaksdorp Jaguey la Grande Een voormalig hoofdkwartier van Fidel Castro, waar nog enkele foto’s en gebruiksvoorwerpen van hem prijken. En verder… Teatro José Jacinto Milanes,(een 19de eeuws pronkstuk van de toenmalige burgerij), Casa de la Cultura, (elke avond culturele manifestaties), en Casa de la Trova (concertgebouw). BOCA DE GUAMA Broedplaats van de exotische vogelsoorten en tevens de enige plaats in Cuba waar krokodillen leven. Hier liggen ook de Playa Giron en Playa Larga, die begin de jaren zestig gekend werd als de Varkensbaai toen uitgeweken Cubanen en huurlingen, met de steun van president John F. Kennedy en de CIA, de mislukte invasie tegen de Castristen op het getouw zetten. Guama ligt langs de oever van de Laguna del Tesoro, één van Cuba’s grootste meren. In dit prachtige natuurgebied leidde het indianen-stamhoofd Guama de laatste opstand van zijn volk, de Tainos, tegen de Spanjaarden. Om de goudschat van zijn volk niet in de handen van de veroveraars te laten vallen, werd die in het meer gegooid. De benaming van het meer betekent dan letterlijk ook “schatmeer”. Aan de hand van oude documenten werd een indianendorp herbouwd. Niet ver van deze paalwoningen bevindt zich de enorme krokodillenfarm met 50.000 van die lieverds. Aandacht: de… muggen zijn hier genadeloos !!! BLIKVANGERS Playa Giron & Playa Larga Hier in de Bahia de Cochinos (Varkensbaai) zijn de 2500 Cubaanse anti-Castristen letterlijk gestrand. De slag (15-17 april 1961), met codenaam Operation Pluto, duurde amper 72 uur. De aanvallers waren nochtans gesteund door 24 vliegtuigen en 14 marineschepen en de... CIA. De ballingen en hun Amerikaanse vrienden waren ervan overtuigd dat de kluif gemakkelijk was, dat de bevolking hen met open armen zou onthalen en “hun regering” onmiddellijk zou erkennen. Meteen kon die dan een interventie van de USA vragen om Castro en zijn companeros definitief te verjagen. Centro de recria de crododilos Een croco-kweekfarm. Duizenden krokodillen, een droom voor sommige liefhebsters van fraaie handtassen. Vooral met uitsterven bedreigde soorten (croco’s) worden hier gefokt. Sommigen bereiken een lengte tot 6 meter. Hun aantal wordt op 50.000 geraamd. Let op: deze diertjes kunnen tot één meter hoog springen en zijn sneller dan een lopende hond. Bezoekers zijn niet beschermd, zoals in een Europese zoo. Indianendorp Het op paalwoningen nagebouwde dorp van het Tainos-opperhoofd Guama liggen temidden van de Laguna del Tesoro. Kleine hangbruggen verbinden de 44 woningen. Er is ook een restaurant met zwembad en bezoekers kunnen ook lokaal artisanaat kopen. In het dorp prijken beelden, gemaakt door Rita Longa. Zij beelden het leven van de precolombiaanse indianen uit. Aanvankelijk was het dorp bedoeld als vakantiecentrum voor goede revolutionairen die hier hun wittebroodsweken mochten doorbrengen. In het meer kan nog een manati opduiken, het bijna uitgestorven ras van zeekoeien. SANTA CLARA Deze universiteitsstad werd gesticht in 1689 en is de plaats van de Cubanacan, het oud inboorlingendorp, waarvan Colombus dacht dat het een paleis was van de… Mongoolse aanvoerder Kublai Khan. De meeste bewoners van deze stad waren indertijd uit de kuststreek gevlucht waar zij voortdurend aanvallen van zeerovers te verduren kregen. Santa Clara is een commercieel centrum voor mineralen, suikerriet en vee en ligt in een bijzonder vruchtbaar gebied. Andere activiteiten: suikerraffinage, leerlooierijen, en sigarenfabrieken. In 1896 werd de stad aangevallen door de vrijheidsstrijders, geleid door Leonico Vidal. Het belangrijkste plein werd naar hem genoemd: Parque Vidal. In december 1958 gaven de regeringstroepen van Fulgencio Batista zich hier over aan de guerrillero’s, geleid door Ernesto Che Guevara. De weg naar La Habana was meteen vrij. Santa Clara telt iets minder dan 250.000 bewoners. BLIKVANGERS Monumento al tren blindado De trein van Ernesto Che Guevara. In feite moesten de vier wagons soldaten van Batista naar de stad brengen, maar el Che kon dat verhinderen. Meteen was de slag in zijn voordeel beslecht. Het museum is ook nog andere oorlogssouvenirs rijk. Parque Vidal Genaamd naar de held, die de Spanjaarden bevocht. Er prijkt een indrukwekkend beeld van Maria Abreu, een weldoenster uit vorige eeuw. CIENFUEGOS Aanvankelijk werd deze stad Ferdinanda de Jagua genoemd. De eerste Spaanse kolonisten nestelden zich hier in 1514 onder leiding van Bartolomé de las Casas, een priester die hier een boerenbedrijf begon. De las Casas stond gekend als een indianenvriend. Hij revolteerde tegen hun systematische uitmoording en stelde het Spaanse Hof daarom voor om... zwarte negerslaven in te voeren. De moorden gingen door en toen er geen indianen meer waren, werden zwarten aangevoerd. Wegens de herhaaldelijke piratenaanvallen stichtten de Spanjaarden geen stad. Deze linda ciudad del mar (mooie stad langs de zee) werd pas in 1819 als stad gesticht door Franse kolonisten, die afkomstig waren uit het Amerikaanse Louisiana. De stad kreeg de naam van de toenmalige gouverneur José Cienfuegos. Zij werd door orkanen verwoest in 1825 en in 1888. Toen Trinidad het liet afweten als handelscentrum voor suiker, tabak en vruchten, nam Cienfuegos die rol snel over en de rijke bourgeoisie liet schitterende paleizen bouwen. Duur tafelbestek en textiel werden ingevoerd uit Europa, terwijl de slaven zweetten bij de grootse bouwplannen. Nog tot de jaren vijftig kende deze stad als enige in het land een apartheid die de zwarten als tweederangsburgers onder de knoet hield. Het rondom gelegen gebied behoort tot het meest vruchtbare van Cuba. Suikerriet is hier het belangrijkste landbouwproduct. Verder koffie en cacao en veeteelt. Cienfuegos (meer dan 120.000 inwoners) is één van de belangrijkste havens van het land en herbergt ook een zeevaartschool. BLIKVANGERS Castillo de Jagua De oorspronkelijke naam was Castillo de Nuestra Senora de los Angeles. Gebouwd tussen 1740-1745 om aanvallen van Caribische piraten af te weren. Het fort ligt bij de toegang van een smalle baai, net buiten de stad, bij het dorpje Perché. Botanische tuin Hier in het Arnold Arboretum ontvingen vroeger de studenten van Harvard University hun tropische opleiding. Perche Een typisch vissersdorpje, te bereiken met boot. Het ligt aan de voeten van de Castillo de Jagua en werd in de 19de eeuw nog maar pas gesticht werd door vissers uit Valencia en Mallorca. Teatro Tomas Terry Toen de (Amerikaanse) suikerbaronnen Cuba nog beheersten, trad hier Enrico Caruso op. In 1895 werd de opera Aida opgevoerd. Ook Sarah Bernardt en het Bolshoi Ballet traden hier ooit op. Voor de afwerking van de balkons werden de duurste Cubaanse houtsoorten gebruikt. Prachtig stadspanorama vanop het dak. Palacio de Valle Omgebouwd tot taverne en bar. Gebouwd in een Moors aandoende stijl en over het hotel Jagua gelegen op het schiereiland Punta Gorda. Een broer van Batista baatte het gebouw uit als casino. Na de revolutie werd het eerst een muziekschool. Kathedraal Ingewijd op 7 mei 1867. Een bezoek waard voor de twaalf grote ramen, die een allegorisch zinnebeeld zijn voor de apostelen. Parque Marti Een groene oase in de drukke stad, die ‘s avonds wemelt van straatmuzikanten en groepen die life optreden. Genoemd naar dichter en vrijheidsstrijder José Marti. Aan de rand ervan ligt het Museo Historico. Hier worden persoonlijke voorwerpen getoond van Marti en ander lokaal gekende verzetshelden. Casa de Cultura Hier worden geregeld muziekoptredens verzorgd. Galeria de Arte Naast het restaurant La Verja met werken van lokale kunstenaars. Casa de Gobierno Zoals in Havana, een kleinere kopie, van het Capitool in Washington. Nu de zetel van de Poder Popular, het lokale parlement. Terug naar: Index Steden

CUBA Main Page