1 World 2 Travel
Egypte
Geschiedenis XI
Het eerste Suezkanaal
Einde van een beschaving en van de eredienst

Op de dood van Merenptah volgde een aantal verwarde paleisintriges, compleet met moorden en machtsgrepen.

Ze waren een gevolg van de naijver onder de talrijke afstammelingen van Ramses II . Na een kwart eeuw van troebelen kwam in 119 voor onze tijdrekening uit de onderlinge strijd een nieuwe farao te voorschijn, Setnacht, die een nieuwe dynastie stichtte. Zijn opvolger, Ramses III droomde ervan als een groot vorst de geschiedenis in te gaan. In de dertig jaren van zijn bewind ondernam hij talrijke veldtochten om zijn rijk te verdedigen. Na hem volgde een reeks farao's die zich bijna allen Ramses noemden, naar hun grote voorbeeld. Van Ramses IV tot Ramses XI verzwakte echter de koninklijk macht en viel het rijk geleidelijk uiteen. Omstreeks 1805 voor onze jaartelling, na de dood van Ramses II, waren Libiërs en zeerovers Egypte al binnengevallen. De Libiër Shoshenk slaagde er voor korte tijd in de macht van de farao's te herstellen. In de 7de eeuw voor onze tijdrekening kreeg Egypte na een tijd van stichtte de Tweeëntwintigste Dynastie. Na zijn dood begon de onrust evenwel opnieuw. In 850 voor onze tijdrekening streden in het land vier dynastieën en enkele onafhankelijke vorstendommen om de macht. Een Nubische dynastie, afkomstig uit het koninkrijk Kusj (het huidige Ethiopië) slaagde er weliswaar in het land te herenigen, maar de eenheid bleek zo broos dat Egypte onder opvolgers van Pianchi de Nubiër alweer uiteen dreigde te vallen. De Assyriërs profiteerden van de zwakte van hun oude rivaal en probeerden in 695 voor onze tijdrekening voor de eerste keer Egypte te veroveren. Hun leger werd echter gedecimeerd door een gruwelijke epidemie. Voor Egypte betekende dat enig respijt, maar in 664 volgde een nieuwe Assyrische inval, nu onder Assurbanipal. De Assyriërs stonden in die tijd niet alleen bekend om hun militaire vaardigheid maar ook om hun wreedheid. Na de val van Thebe, in 663 voor onze tijdrekening, liet Assurbanipal op de muur van zijn paleis de volgende lofzang op zijn gewelddadige optreden uitbeitelen: 'Ik heb veel soldaten gevangengenomen. Sommigen heb ik de armen of handen afgehakt, anderen de oren en ledematen afgesneden of de ogen uitgestoken. Ik heb twee stapels gemaakt, een van levenden en een andere van afgehakte hoofden. De hoofden heb ik opgehangen aan de bomen rondom de stad.' De Saitische opleving Psammetichus, koning van de stad Sais in de Nijldelta, dreef in 660 voor onze tijdrekening de Assyrische garnizoenen naar het oosten. In het westen bestreed hij de Libiërs; in het zuiden wist hij een einde te maken aan de bedreigingen door de Kusjieten. Bovendien maakte hij korte metten met zijn directe rivalen, de kleine vorsten in Beneden-Egypte. Hij is de stichter van de Zesentwintigste of Saitische Dynastie die zes farao's telde. In zijn regeringsperiode, die 55 jaar duurde, herstelde Egypte zich van de tegenslagen uit het verleden en werd het gezag van de farao in het gehele land erkend. Zijn zoon, Necho II, is beroemd geworden door zijn extravagante ondernemingen. Hij zette 120.000 mensen aan het werk om de Nijl via een kanaal met de Rode Zee te verbinden en stuurde een vloot uit om rond Afrika te varen. Ook met zijn buitenlandse politiek boekte hij successen. Hij versloeg bij Megiddo koning Josia van Juda, zette in Jeruzalem een marionet op de troon en legde het joodse koninkrijk een schatting op. Uiteindelijk maakte hij zich meester van geheel Syrië en Palestina en rukte hij op tot aan de Eufraat. Maar in 605 voor onze tijdrekening kwam hij te staan tegenover Nebukadnessar, de koning van Babylon, die hem een gevoelige nederlaag toebracht. Om van de Nijl naar de Golf van Suez te kunnen varen liet farao Necho een gigantisch kanaal graven. De farao begon aan de onderneming om vanuit de Rode Zee materialen voor de scheepsbouw te kunnen aanvoeren en naar de rijke kusten van het land Punt en de mijnen van de Sinaï te kunnen varen. Een dergelijk kunstwerk vroeg evenwel om voortdurend onderhoud. Nadat Egypte door de Perzen was veroverd, verzandde het kanaal en was het niet langer geschikt veer de scheepvaart. Darius I liet het weer uitgraven en een stèle oprichten met de inscriptie:
'1k, de Pers, heb opdracht gegeven dit kanaal te graven vanaf de Nijl tot de zee die in Perzië begint.'
Korte tijd later raakte het kanaal opnieuw bedolven.
Het betekende het einde van de Aziatische bezittingen van de farao's.


TERUG
VERDER



EGYPTE
Main Page


©  2001 december  copyright  vilmos  cvg   * information:   webmaster   * using this text for commercial purposes will not be allowed