WV-WORLD
the small travel info giant

Egypte
Steden en sites


LUXOR (AL-UKSUR)
Het Kasteel of de Honderdpoortige Stad

De stad Luxor (Al-Uksur) , het vroegere Thebe, schittert langs de Nijloevers op zowat 670 kilometer, of één uur vliegen, van Cairo. Zowat een kwart miljoen mensen vertoeft hier op de rechteroever, een plek met een vierduizend jaar oude geschiedenis. Homeros omschreef Thebe als de “Honderdpoortige Stad” . Het Arabische Al-Uksur betekent overigens ‘Het Kasteel’.

Hier is het dat de honderden Nijlboten aanmeren voor het begin van een nieuwe cruise, terwijl de felucca’s (felouken) er behendig tussendoor laveren, dankzij een zuchtje Nijlwind.
De Nijl verdeelde de stad in twee werelden, de stad van de levenden langs de oostelijke rechteroever en de stad en vallei der doden, langs de westelijk gelegen stroombermen.
De tempels van Luxor en Karnak, liggen nu drie kilometer uit elkaar, maar waren ooit met elkaar verbonden door de Sfinxenlaan.
Thebe was de residentie van de farao's van het Nieuwe Rijk en was ook het centrum van de verering van de koning der goden, Amon-Ra. De stad geraakte gekend toen farao Mentuhotep II het land van de Nijl weer verenigde.
In 2037 voor onze jaartelling werd Thebe voor een eerste keer de hoofdstad. Heel even slechts, want het zou duren tot het begin van de 18de dynastie, ruim vijfhonderd jaar later, dat Thebe zijn glorietijd kon beleven. Twee eeuwen lang bleef het zo, tot Achnaton zijn intrek nam in Amarna. Thebe bleef echter het religieuze centrum van het land.
De tempel van Luxor, met onmiddellijk na de 1ste piloon zijn 74 lotuszuilen, werd vooral gebouwd door farao Amenhotep III en Ramses II. Hij werd niet alleen gebruikt door de Oude Egyptenaren, maar later ook door christenen en moslims.
Hij is vooral indrukwekkend door zijn enorme beelden en de 200 meter lange laan, omzoomd met tientallen sfinxen, die de tempel verbond met die van Karnak. Deze tempel is 260 meter lang. Hij was gewijd aan Amon, Mut en Chons. Pas honderd jaar na de eerste bouwwerken, werd hij voltooid door Ramses II.
Een bezoek begint bij de Sfinxenlaan. De reliëfs van de grote piloon van Ramses (24 meter hoog en 65 meter breed) schitteren het mooist in het vroege ochtendlicht. Zij vertellen hoe Ramses (zogezegd) de Hittieten overwon in de slag om Kadesh. Vier bavianen sieren de 25 meter hoge roodgranieten obelisk (het Griekse obeliskos betekent ‘vleespennen').
Het broertje prijkt op de Place de la Concorde te Parijs en was een geschenk aan de Fransen van Mohamed Ali.
Obelisken stelden vermoedelijk de zonnestralen voor, maar hieromtrent bestaat geen zekerheid.
Aan de oostkant van de zuilengalerij kan men de terugkomst van de god in Karnak volgen. De riten zijn hetzelfde en ook nu wordt hij vrolijk en opgewonden begeleid naar zijn woning. Het komt bij het Egyptische ritueel vaker voor dat een god op stap gaat om een andere god te bezoeken. In een van de zalen dicht bij de tempel vindt men andere reliëfs die de troonsbestijging van Amenophis uitbeelden.
Van de zes grote kolossen van Ramses II bleven er twee overeind. Zij zijn 15,6 meter hoog.
Het binnenhof is indrukwekkend met de twee rijen van 74 zuilen met papyruskapitelen. Hier staan ook de fraaie moskee van Abu al-Haggag en elf enorme standbeelden en twee zittende kolossen. Zij dragen allen de naam van Ramses, hoewel er zes door Amenhotep III waren gemaakt.
Diens tempel begint met de colonnade. Zij meet 52 op 20 meter en telt veertien, 16 meter hoge, papyruszuilen. De reliëfs op de zijmuren dateren uit de tijd van Tutanchamon en generaal Horemheb.
Zij verhalen over het Opetfeest, het grote feest van het Nieuwe Rijk tijdens de Nijloverstromingen. De godenbeelden maakten toen een korte reis van Karnak naar Luxor in een praalboot, die tegen de stroom in, langs de oevers werd voortgetrokken. Muzikanten en dansers begeleidden de tocht.
Na het overdekte gedeelte volgt het complex van de cultuskamers met de kamer met vier pilaren en het bootheiligdom.
In de grote granieten schrijn staat een offerende Alexander de Grote afgebeeld, gekleed in het faraogewaad. Vlakbij ligt de geboortekamer. De reliëfs werden beschadigd toen Achnaton regeerde. Zij beeldden de goddelijke geboorte uit van Amenhotep III en tonen een afbeelding van de god Thot met een Ibiskop.
Het museum van Luxor bevat o.m. de zuil van Amenhotep II. In de hal is ook een vergulde koeienkop van de godin Hathor te bewonderen.
Verder prijken er het reliëf van koningin Hatsjepsut, een beeld van Tuthmosis II, een kalkstenen sfinx en de beeldengroep van farao Amenhotep III met de god Sobek. Het pronkstuk van dit museum is het muurreliëf van koning Achnaton. Deze muur meet 17 meter en telt 300 reliëfblokken.


Het feest van Opet

Het feest van Opet was zeer populair in de streek van Thebe. Het was het grote feest van de tempel van Luxor, de harem van Amon (Opet was de naam van de tempel) vierde ieder jaar uitgebreid de komst van Amon naar Karnak.
De ceremonie vond plaats tussen de vijftiende dag en de zesentwintigste dag van de tweede maand van het overstromingsseizoen.
Het feest begint met een offerceremonie die door de farao wordt geleid. Men plaatst geschenken en bloemen voor de god. De boot, die is versierd met een rammenkop aan elk eind, bevindt zich nog in de kapel.
Dat geldt ook voor de drie andere boten, die van Mut, Khonsu en de vorst.
De staande koning brengt een offer, met een wierookbrander zwaaiend. Er volgt een processie met aan het hoofd een soldaat en een tamboerspeler. Priesters dragen vervolgens de vier boten naar de oever van de Nijl en hijsen ze op de speciaal hiervoor bestemde vaartuigen. Voorop gaat de met goud en edelstenen versierde boot van de god Amon, de andere boten volgen.
Deze imposante stoet wordt op de oever gevolgd door het leger, de geestelijkheid, muzikanten en dansers. De menigte slaat de processie onder het uiten van enthousiaste kreten gade. De heilige boten arriveren tenslotte in Luxor, waar men ze naar hun rustaltaar brengt. De goden krijgen opnieuw offers en offerdieren aangeboden, natuurlijk altijd door de farao.


Karnak


Thebe en zijn Dodenvallei




INDEX
Steden

EGYPTE
Main Page


©  2001 december  copyright  vilmos  cvg   * information:   webmaster   * using this text for commercial purposes will not be allowed