WV-WORLD
the small travel info giant

Egypte
Volk en taal


De Nubiërs
Het volk van Kusj

Bij Aswan hield de moderne beschaving op. De Egyptische trein rijdt niet verder en er zijn geen wegen door de woestijn naar Sudan. Hier woonden de Nubiërs in hun primitieve dorpjes en nederzettingen met beschilderde lemen huisjes of hutten. Tot de Nasserdam werd gebouwd en het water hun land zou overspoelen.

Tot zestig meter boven hun woonsten zou het water ‘Nassers piramide’ gaan vullen, zoals de dam ook wordt genoemd. Daarom werd voor zowat honderdduizend Nubiërs op 35 kilometer van Aswan een nieuwe provincie geschapen, de Kom Ombo - of Nubënprovincie. Zij ligt langs beide oevers van de Nijl in een gebied met een rijke bodem.
In dit deel van Egypte worden niet alleen ijzererts en fosfaat ontgonnen, maar bevinden zich ook de marmer - en granietgroeven, die de farao’s al kenden. Getuige hiervan is de Onvoltooide Obelisk van de (enige) vrouwelijke farao Hatsjepsut te Aswan.
Ook andere nijverheidstakken zagen het licht met een textielfabriek, een leerlooierij, een suikerfabriek en een houtverwerkende fabriek. De irrigatiemogelijkheden werden eveneens gemoderniseerd en uitgebreid.
De volksverhuizing werd ingezet op 20 september 1963 en duurde ongeveer één jaar. In het totaal kwamen er 33 dorpen bij, waarvan er 20 voor de Nubiërs bestemd waren.
In die dorpen werden ook scholen gebouwd, wat nieuws was voor de Nubiërs, wier kinderen liever spelevaren op de Nijl. Zij doen dat in zelfgemaakte bootjes tot groot genoegen van de toeristen. Roeien doen ze met hun handen. De jonge donkere kereltjes met hun heldere ogen zingen Franse liedjes, zoals “Alouette, gentille alouette…” in ruil voor … bic’s. Een vaste attractie voor een bezoek van Aswan.
De honkvaste Nubiërs voelen zich echter niet gelukkig in hun bijna 20.000 nieuwe woonplaatsen. De overheid bouwde flat - en torengebouwen, die misschien wel meer comfort bieden, maar waar de gezelligheid van de eenvoudige lemen woningen volledig zoek is.
Veel Nubiërs zochten dan ook andere oorden op en naar schatting zouden zowat 100.000 onder hen een nieuwe toekomst hebben gezocht in Cairo.
Nubiërs en ook Marokkanen behoren tot het veelgevraagde horecapersoneel in Noord-Afrika en delen van het Midden-Oosten.
Nubiërs bezitten zowel negroïde als kaukasoïde trekken. Van oorsprong zijn zij vermoedelijk Aziaten, die zich met de zwarten vermengden toen zij zich vestigden in de omgeving van Khartoum. De hele geschiedenis lang waren zij landbouwers.
Een oude benaming voor Nubië is Cush of Kusj. De eerste hoofdstad was Napata, gelegen in een ruime bocht langs de Nijl. Nu is het woestijnland maar toen was het gebied één vruchtbaar weideland.
Kusj, dat in de Oudheid geroemd was voor goud en hout, werd gedurende 1800 jaar door de Egyptische farao’s bezet. In de 8ste eeuw voor onze jaartelling verwierven de donkerhuidige Nubiërs echter hun onafhankelijkheid en bezetten zij op hun beurt Egypte.
In 670 vielen de machtige Assyriërs echter binnen en dreven zij de ‘farao’s van Kusj’ gebruiken.
In de omgeving van Napata werd overigens ijzererts aangetroffen, maar in de 6de eeuw voor onze jaartelling kwam er een tekort aan hout, zodat de smeltovens stilvielen. Door overbegrazing was ook het weideland uitgeput geraakt.


Gespreid over twee landen
De Nubiërs trokken toen naar een nieuwe hoofdstad, vijfhonderd kilometer ten zuiden, naast de Nijl. Meroé lag bij rijke ijzerertsmijnen en biedt nog enkele ruïnes van dit rijk verleden. Kusj beheerste ook de handelsroutes, maar omstreeks 300 voor onze jaartelling viel het rijk ten prooi aan woestijnnomaden en werd het onderworpen door de heersers van Aksum, de mannen uit de Ethiopische hoogvlakten.
Het land zou echter min of meer onafhankelijk bestaan, tot de Arabieren het in de 14de eeuw veroverden en in 1820 opnieuw de Egyptenaren.
Tegen het einde van de 19de eeuw was de regio in handen van revolutionaire Sudanese moslims, geleid door een man die zichzelf de Mahdi liet noemen.
De Nubiërs maken ook deel uit van de Sudanese bevolking, die eveneens een mengeling inhoudt van Afrikanen en Arabieren. Hier wonen de Nubiërs vooral in het noordelijk deel van het land, ‘achter de dam’ dus.
Tot het vroegere Nubische rijk behoort ook de Nubische woestijn, die herhaaldelijk bezet is geweest door zowel Egyptenaren als Ethiopiërs.
Zij ligt tussen noordoostelijk Sudan, de Nijl en de bergen langs de Rode Zee. Ze is alleen bewoond langs de Nijloevers en bevat alleen een handelsroute waarlangs kamelen worden aangevoerd voor de verkoop in de Noordafrikaanse landen, zoals Egypte en Libië.
Het oude Nubië, met inbegrip van de enorme woestijn, was ongeveer 950.000 vierkante kilometer groot.
Dat komt overeen met de huidige oppervlakte van buurstaat Libië.



NUBISCHE VONDSTEN

Op archeologisch vlak dateren de oudste Nubische vondsten uit het Stenen Tijdperk, dus zowat drieduizend jaar voor onze tijdrekening. Het gaat om aardewerk en vrouwenfiguurtjes in klei. Van een meer recente periode, omschreven als de Kerma-cultuur, dagtekenen koningsgraven. Ze werden aangelegd tussen 1700 en 1500 voor onze jaartelling.
Geen piramiden hier, maar lage grafheuvels van hooguit twee meter, maar met een doormeter van negentig. Hierin werden zowel vee als dienaren levend begraven. Vastgesteld werd dat soms tot vierhonderd medewerkers hun vorst op zijn laatste reis 'mochten' vergezellen. De koninklijke familie rustte op ivoren bedden die met dierenfiguren waren versierd.
De Napata-cultuur, tussen 900 en 270, was meer Egyptisch geïnspireerd en kende de smeedkunst.
De Meru-cultuur had dan weer meer Afrikaanse trekjes. Vrouwen kregen toen ook meer gezag en de erfenissen verliepen via hen. Ze leverden ook Nubische koningen.
Toen ontstond een Nubisch schrift.
Amon was de staatsgod, maar hij had lokale collega's, zoals Apedemak, verantwoordelijk als oorlogsgod. Aangenomen wort dat toen ook olifanten een eigen eredienst kregen opgedragen. De Nubiërs zetten hen, zoals de Carthageense krijgsheer Hannibal, alleszins in voor de oorlogvoering.
Wellicht had het met de vruchtbaarheid te maken, maar Nubische schoonheden werden dik afgebeeld en de godinnen slank.





INDEX
Volk en Taal

EGYPTE
Main Page


©  2001 december  copyright  vilmos  cvg   * information:   webmaster   * using this text for commercial purposes will not be allowed