1 World 2 Travel
Egypte
Geschiedenis V
Het Nieuwe Rijk
Een levendige Dodenvallei en de periode van Hatsjepsut

In 1560 verdreef de Thebaan (Thebe heet thans Luxor) Ahmosis de laatste Hyksos naar Palestina en vestigde hij het Nieuwe Rijk. Het militair succes tegen Palestina leverde ook nieuwe wapens op, zoals het kromzwaard, een lichte strijdwagen met paard en ook helm en maliënkolder deden hun intrede.

Het Nieuwe Rijk werkte ook met Griekse huurlingen. Farao’s trokken nu mee ten strijde en werden veroveraars buiten hun grenzen. Ze togen tot de oevers van de Eufraat en drongen diep door in Sudan. Gevangenen werden slaven in dienst van de Thebaanse godheid Amon.
Zijn tempel werd fabelachtig rijk en zijn priesters bezaten een ongekende macht.
Op de oostelijke Nijloever verrees de grote Amontempel van Karnak (letterlijk: 'het versterkte dorp’). Latere farao's zouden hem gedurende... 2000 jaar nog uitbreiden.
Aan de overkant van de Nijl verrezen de grote dodentempels met eeuwigdurende rouwplechtigheden voor de "ka", de geest van de farao. Farao’s werden, van de regering van Tuthmosis I af, niet langer in piramiden begraven, maar diep in de rotsen, verborgen in een verlaten vallei: het Dal der Koningen.
Ook zij lagen niet veilig voor plunderaars, die zich niet lieten afschrikken door de vele gangen en labyrinten die rondom de sarcofaag werden gehouwen.
Het Nieuwe Rijk kende een enorme groei van de bureaucratie. Iedereen wou leren lezen en schrijven en voor de overheid werken. Alles moest worden opgetekend. Er waren nog geen munten en belastingen werden betaald in gerst en vee en lonen in brood en bier. Dat vergde een enorme boekhouding.
Amenhotep I, de zoon van Ahmosis, bleef ongeveer een kwart eeuw aan het bewind. Door de kwistige wijze waarop hij gunsten en geschenken uitdeelde, kreeg hij de steun van de overige Egyptische vorsten.
Hij zette het werk van zijn vader voort, reorganiseerde het land en herstelde het enorme Egyptische ambtenarenapparaat.
Hoewel hij geduchte erenamen kreeg als 'de stier die het land onderwerpt' en 'hij die grote angst inboezemt' ondernam Amenhotep I maar weinig veldtochten. Wel liet hij tempels bouwen en een graftombe uithouwen in de woestijnachtige bergen tegenover Thebe.
Na zijn dood werd hij opgevolgd door zijn zoon Tuthmosis I.
Deze farao begon een krachtige veroveringspolitiek ondernam met veel succes veldtochten in Nubië en tot aan de oevers van de Eufraat Net als tijdens het Midden-Rijk werd Egypte opnieuw een welvarende mogendheid, gevreesd door alle naburige volken.
Verordeningen van de farao waren de bron van recht. Wel waren er enkele rechtsbeginselen op papyrusrollen opgetekend en mochten beschuldigden een pleidooi houden.
De Thebaanse farao’s behielden 250 jaar de macht en beleefden slechts twee crisissen.
Na de dood van Tuthmosis I in 1520 voor onze tijdrekening ontstond opnieuw een opvolgingsprobleem. Zelf had Tuthmosis zijn macht reeds moeten legitimeren door te trouwen met zijn tante Ahmes, de eigenlijke erfgename van de troon.


Hatsjepsut, de Goddelijke Zonneschijf
Van haar kreeg hij slechts één kind, een dochter die Hatsjepsut werd genoemd. Ze trad in het huwelijk met haar buitenechtelijke halfbroer Tuthmosis II.
De eerste crisis werd veroorzaakt door een vrouw, Hatsjepsut, deze dochter van Tuthmosis I.
Omstreeks 1504 voor onze jaartelling werd zij, na de dood van haar gemaal en halfbroer Tuthmosis II, regentes voor haar stiefzoon Tuthmosis III, maar toen die mondig werd, weigerde ze troonsafstand te doen en regeerde zij 22 jaar lang tot haar dood.
Zij werd dikwijls als man afgebeeld.


Toen Hatsjepsut na dood van haar man in 1504 hertrouwde met haar jeugdige neef en schoonzoon Tuthmosis III, erkende zij diens recht en regeerde zij - althans officieel - met haar gemaal als medekoning.
In werkelijkheid echter 'regelt de goddelijke echtgenote’ Hatsjepsut de staatszaken, zoals zij dit wou. Zij hield haar man zorgvuldig buiten de regeringszaken. Om haar macht te legitimeren liet Hatsjepsut zich uitroepen tot de'lijfelijke' dochter van Amon.
Van deze godheid zou haar vader een verpersoonlijking zijn geweest op het moment dat hij haar verwekte.
Voortaan liet zij zich uitbeelden met een platte borst en in de traditionele opsmuk van de farao's, compleet met de valse baard.
Men sprak Hatsjepsut aan met “Goddelijke Zonneschijf” .
Hatsjepsut, 'zij die Amon omhelst; de eerste onder de vrouwen', liet grote openbare werken uitvoeren en knoopte economische en handelsbetrekkingen aan met vreemde landen. Het buitenland erkende haar gezag.
Van de veroveringen van haar vader ging er onder haar bewind niet één verloren en in de gebieden die de Egyptenaren bezet hielden heerste vrede. AI die landen leverden Egypte rijke tributen aan ivoor, ebbenhout, goud, koper, edelstenen, fruit en kostelijke specerijen.
Een belangrijke gebeurtenis tijdens haar regeringsperiode was de expeditie naar het land Punt, aan het zuidelijke uiteinde van de Rode Zee en op het punt waar ook toen al zwart Afrika begon. Deze tocht is in een reeks bas-reliëfs uitgebeeld in de tempel van Deir el-Bahari. Doel van de expeditie waren wierook, reukwerken en aromatische stoffen. Ze waren nodig voor de eredienst van Amon.


DE TEMPEL VAN
DEIR EL-BAHARI

Voor de tempel liggen drie trapsgewijs oplopende terrassen die door een helling met elkaar zijn verbonden en door muren omgeven. Een laan met sfinxen aan beide zijden loopt vanaf de akkers dwars door het onvruchtbare bergland naar het grote tempelplein.
De reliëfs op het portaal brengen de hoogtepunten van de regering van Hatsjepsut in beeld, zoals de befaamde expeditie naar het land Punt.
Op de derde verdieping bevinden zich heiligdommen die zijn toegewijd aan de jakhalsgod Anubis, de godin Hathor en de zonnegod Amon-Ra. Hier ligt ook het voornaamste heiligdom, waar eens de standbeelden van Hatsjepsut hebben gestaan.
Senmut, raadsman en gunsteling van Hatsjepsut, is de architect van dit heiligdom in het huidige Deir el-Bahari. Hij ligt begraven op enkele tientallen meters van de tempelingang.


Hatsjepsut,
de
Goddelijke Zonneschijf

De godenkoning van Thebe, Amon, was geleid door de god van de wijsheid Thot, bij de moeder van Hatsjepsut gekomen om haar, de goddelijke, te verwekken. Een opschrift op tempelmuren in Deir al-Bahari vertelt wat er gebeurde…

Toen kwam deze heerlijke god,
Amon zelf, heer van de tronen der beide landen,
nadat hij de gedaante van haar gemaal had aangenomen
Zij vonden haar. rustende in de schoonheid van haar paleis

Zij werd wakker van de geur der godheid
en glimlachte voor zijne majesteit
Hij naderde haar ijlings en ontbrandde in liefde jegens haar
hij gaf zijn hart aan haar

Hij toonde zich aan haar
in zijn goddelijke gedaante
nadat hij voor haar gekomen was
Zij juichte bij het zien van zijn schoonheid

Zijn liefde drong haar leden binnen
Het paleis was doordrenkt
van de geur van de god
al zijn geuren waren van Punt (*)

De majesteit van deze god
deed alles met haar wat hij wenste
Zij het hem zijn vreugde aan haar hebben
en kuste hem


De prinses groeide volgens de opschriften op "groter dan wat ook, schoner van uiterlijk dan wat ook. Zij werd een schone vrouw, fris in haar jeugd..."

(*) Punt is het "Wierookland"


TERUG
VERDER



EGYPTE
Main Page


©  2001 december  copyright  vilmos  cvg   * information:   webmaster   * using this text for commercial purposes will not be allowed