1 World 2 Travel
|
Egypte
|
Geschiedenis III
|
Het Oude en het Midden-Rijk
Mastaba's groeien uit tot de trappenpiramide van Djoser Na 2800 voor onze jaartelling begon het Oude Rijk. In die periode liet farao Djoser de Trappenpiramide van Sakkara bouwen. Na 2500 voor Christus verzwakten dynastieke twisten de troon. Landschenkingen en belastingvrijstellingen voor getrouwen deden de inkomstenbronnen van de farao’s opdrogen. Het centraal gezag verzwakte met de dag. Met Pepi II werd een nog bestaand wereldrecord gevestigd. Hij besteeg als knaap de troon en werd bijna 100. Meteen het langst regerende staatshoofd van de geschiedenis. Na hem zakte het gezag in elkaar en werd Egypte verscheurd door een volle eeuw van burgeroorlogen, door historici de “Tussenperiode” genoemd. Plaatselijke bestuurders eisten de kroon op, maar werden niet erkend door het zuiden. De grenzen geraakten slecht bewaakt en Nubiërs en Aziaten vielen binnen. Een geslacht uit Thebe, geleid door Mentuhotep, herenigde het rijk in 2052. Hij bleef lang aan de macht en zorgde voor een nieuwe welvaart. Er verrezen weer tempels en paleizen en de zeehandel werd hervat. Dit Midden-Rijk duurde tot 1780 voor onze jaartelling. De macht van de farao was nog steeds absoluut, maar lokale heersers die hem steunden, kregen een bijna koninklijke status en zij hadden hun eigen legers en... standbeelden. De piramiden uit die periode werden in kleisteen opgetrokken en niet in een massief gesteente. De farao bouwde een fortengordel tegen vijandelijke Afrikaanse stammen en Aziaten. Sesostris III maakte een einde aan het gezag van de onderkoningen en bracht het hele land terug onder het gezag van de vizier en zijn ministers. Twisten tussen de machtige geslachten leidden echter snel tot nieuwe problemen. Vooral de Semitische en nomadische Hyksos (letterlijk: 'vreemde heersers'), die afkomstig waren uit Palestina of Syrië lieten zich gelden in de Nijldelta. De handel met Punt leverde wierook en harsen op Zij brachten de paarden binnen in Egypte en bezaten ook strijdwagens. In Egypte was handel een zaak van de farao. Hij alleen had rechten op de handel in heel wat producten. Meteen kon hij de opbrengsten ook voor zichzelf behouden. Het mysterieuze land Punt, ergens langs de kust van Somalië en Eritrea, was een bevoorrechte handelspartner. De Egyptenaren schaften er zich wierook, mirre en andere geurige harsen aan. Om de aanvoer van grondstoffen te waarborgen, veroverden de Egyptenaren zeer dikwijls het gebied. Nubië, een land ten zuiden van Boven-Egypte, bezat een grote goudvoorraad. De Egyptenaren lijfden het daarom in. Zo bezaten zij de zekerheid dat al het goud naar hen kwam. Bovendien belandden zeer vele Nubiërs in Egypte terecht als slaaf of als minderwaardige werkkracht. Langs Nubië was er ook een levendige handel met de gebieden van de evenaar. Op deze manier kwamen ivoor, luipaardvellen, giraffestaarten (de vliegenmepper) en slaven in het paleis van de farao terecht. Ook de tempels en de bemiddelde Egyptenaren vergaarden nieuwe rijkdommen. De farao's konden de veiligheid van Egypte waarborgen en hun rijkdom vergroten door over de grens door expedities te ondernemen. In de Wadi Maghara in Nubië werden diverse inscripties aangetroffen die aantonen dat legers van de farao's Sanakht, Cheops, Sahure, Neusere, Pepi I en Pepi II er vertoefden. Snefru, de stichter van de 4de dynastie, was een druk bezet man. Hij ondernam strafexpedities in Nubië tegen de opstandige Libiërs en in de Sinaï waar turkoois gewonnen werd. Snefru moest ook optreden tegen de aanvallen van bedoeïenen, die uit het Nabije Oosten kwamen. Bovendien moest hij de veiligheid waarborgen van de handelsvloot die cederhout uit Libanon aanvoerde. Dat hout was voor de farao van levensbelang, niet alleen om nieuwe schepen te bouwen, maar ook omdat het onontbeerlijk was voor zijn bouwwerken. Generaal Uni, legercommandant onder farao Pepi I uit de 6de dynastie, liet in een verslag over zijn schermutselingen met Palestijnen en de bedoeïenen noteren hoe hij koper en turkoois verkreeg tijdens zijn reizen door de Sinaï. Pepi II kreeg van één van zijn gouverneurs een Pygmee toegestuurd, die gevangen genomen was in Sudan. Na een periode van betrekkelijke rust nam, tijdens zijn regeerperiode, de macht van de farao af. Hij was niet in staat de invallen van buitenlandse vijanden in de Nijldelta tegen te houden. Pepi II heerste van omstreeks 2270 tot 2180 voor onze tijdrekening. Het was de langste regeerperiode van een farao in de Egyptische geschiedenis. Het Guinness Book of Records van de farao’s · Grootste bewaarde Nijlboot: Cheops. Hij is 43,4 meter lang, weegt 40 ton en werd gebouwd in 2515 voor onze jaartelling. Het schip werd in zijn oude staat hersteld nadat het bij de piramide werd gevonden. · Langste regering: Pepi II, 6de dynastie, van 2254 voor onze jaartelling 2160. Hij was zes jaar oud toen hij de troon besteeg en 94 toen hij de weg naar zijn grafkamer vond. TERUG |
EGYPTE Main Page |