Buenos Aires, de tango-hoofdstad
De zwoele tango, die eerst zelfs als aanstootgevend werd beschouwd, is in deze stad geboren. Argentina heeft eigenlijk twee nationale volksliederen, de ceremoniële hymne en Mi Buenos Aires Querido, een tango. Lied en dans groeiden begin deze eeuw op in de bordelen van de stad. Van de eerste composities bleef weinig over.
De oudst gekende tango met zijn componist is El Enterriano (1896) van Rosendo Mendizabal, een mulat. Een van de meest populaire tangofiguren werd echter Carlos Gardel, met onder meer Mi Noche Triste. Hij groeide uit tot een internationale beroemdheid en speelde ook in enkele films. Hij stierf in 1935 ingevolge een vliegtuigongeluk in Colombia en toen zijn lichaam in Buenos Aires toekwam, kwamen honderden duizenden de straat op om hem een laatste eer te betuigen.
Astor Piazzola is de gekendste van de huidige generatie tanguinistas.
Nog steeds zijn er de danslokalen waar de tango koning is. Enkele adressen:
Salon La Argentina
Rodriguez Pena 361 (donderdag-zaterdag van 22.00 u af). Toegangsprijs
Club Villa Malcolm
Cordoba 5064 (vrijdag-zaterdag van 23.00 u af). Toegangsprijs
Galeria del Tango
Boedo 724 (op vrijdag en zaterdag ook dinner-shows)
La Casa Rosada, La Casa Blanca, Michelangelo, Viejo Almacen
Dit zijn tangobars die zich in het zuidelijk stadsdeel San Telmo bevinden.
Voor de aankoop van cd's met tangomuziek kan men vooral terecht bij Quattro, Avenida C. Pellegrini 425, Corrientes 2275, Santa Fé 1292
Een stad met 11 miljoen gekke chauffeurs De in 1580 gestichte stad is uitgegroeid tot één van de grootste metropolen ter wereld, die meer dan 11 miljoen ingezetenen herbergt of één derde van 's lands bevolking. Hiervan leven er 3 miljoen in het stadscentrum zelve. De eerste nederzetting bevond zich vlakbij het water en heet nu Plaza de Mayo. Zij ligt in het oosten van de moderne stad.
Eerst waren er vee en paarden Een eerste Spaanse poging, in 1536, om een nederzetting te vestigen mislukte. Het verzet van de indianen leidde ertoe dat zij vijf jaar later werd opgegeven. In 1580 werd een nieuwe poging ondernomen. De eerste kolonisten hadden alleen vee en wilde paarden die, verspreid over de pampa's, hun enige bron van inkomsten vormden.
De bevolking groeide dan ook traag en in 1750, ruim tweehonderd jaar later, was zij nog maar aangegroeid tot 14.000.
In 1776 werd de stad echter gepromoveerd tot zetel van de Spaanse vice-koning van het gebied Rio de la Plata.
Onafhankelijkheid versnelt groei
De onafhankelijkheid van Spanje werd in 1810 uitgeroepen, maar pas in 1816 erkend. De stad werd een vrijhandelshaven en snel groeiden de handelsbetrekkingen, vooral met Groot-Brittannië. De welstand nam toe en nu begon de bevolking snel te groeien. In 1850 telde Buenos Aires al 100.000 inwoners.
Deze bloei en de toenemende transport-mogelijkheden leidden ertoe dat ook steeds meer fabrieken werden neergeplant in het federaal hoofdstedelijk district. Dat gebeurde vooral in de jaren dertig.
Meteen kwam er een nieuwe inwijkingsstroom op gang; Ditmaal niet van Europeanen, maar van Argentijnen die hun thuisgebieden verlieten.
Omstreeks 1950 was de bevolking aangegroeid tot 5 miljoen.
Commercieel hart Buenos Aires is Argentina's belangrijkste zeehaven en het commerciële hart centrum van het land. De dokken, langs de Rio de la Plata, hebben een lengte van 8 km en nieuwe havenfaciliteiten werden gebouwd in Puerto Nuevo. De drie belangrijkste treinstations zijn Constitucion, Once en Retiro. Het vliegveld voor binnenlandse vluchten ligt vlakbij het stadscentrum, terwijl Ezeiza Airport dat de internationale verbindingen opvangt, zowat 40 kilometer ten westen van de stad gebouwd werd. Het financiële district van de stad bevindt zich bij de avenida's Bartolomé Mitre en San Martin. De meest geliefde winkelstraten zijn de avenida's Florida en Santa Fé.
In de randdistricten van de stad bevinden zich de fabrieken voor vleesverpakking, olierafinage, voedselverwerking, chemicaliën en autoassemblage.
Groei van de halve cirkel De stad groeide in de vorm van een halve cirkel rondom Plaza de Mayo, de originele nederzetting. Ten noorden en ten westen hiervan vestigden zich de financiële en de commerciële centra, de hotels en restaurants, de luxueuze residenties en de regeringsgebouwen.
Tussen 1970 en 1985 werden lanen verbreed en nieuwe toegangswegen gebouwd naar de freeways. Belangrijke straatassen lopen van Casa Rosada (Plaza de Mayo) langs de Avenida de Mayo naar het Nationaal Congres.
Deze verbinding is 1,6 km lang, maar wordt verlengd met de 40 kilometer lange Avenida Rivadavia.
Zuidelijk van de as ligt het kleurrijke La Boca, dat de pleisterplek was van immigranten uit Genua. In het noorden bevinden zich de meeste stedelijke parken, de renbanen en de wijken van de hogere- en de middenklasse van de bevolking. De rijkere stadskernen groeiden bij Olivos, Vicente Lopez, Martinez en San Isidro.
Buenos Aires,
een stad van 11 miljoen gekke chauffeurs
Buenos Aires heeft een bedenkelijke bijnaam, stad van de 11 miljoen rijdende gekken. Zij heeft die naam niet gestolen. De portenos zeggen zelf: "Wij rijden snel, dat wel, maar wij doen het handig. Wij zijn niet zoals de Brazilianen, wij zijn gewoon snel en gek".
Rijden, of gereden worden, is dus een avontuur.
De Portenos
De inwoners van Buenos Aires - bekend als portenos, of "mensen van de haven" - zijn van een speciale soort, door geheel Zuid-Amerika bekend voor hun tegenstellingen.
Het klassieke beeld dat men van hen heeft, is dat van een middenklasse-porteno: stadsmens, charmant, goed opgevoed, geschoold en een snob, verwaand, cynisch en onzeker; zij kunnen op verschillende tijdstippen wild emotioneel of koud-intellectueel zijn.
Geobsedeerd zoals ze zijn met stijl en uiterlijk, veranderen de portenos de stad in een openlucht modeshow. Ze zijn verliefd op het theater, publieke debatten en het spektakel van politiek in de straat. Weinig bezoekers zullen hiervan demonstraties missen, terwijl de jeugd blijkbaar op elke straathoek pamfletten uitdeelt met haar laatste mening.
Privé, worden de drama's van de geest aangewend voor eindeloze bekoringen: Buenos Aires heeft per hoofd meer psychiaters dan Manhattan.
Maar de porteno is nog beroemder voor een broeiende melancholie. Buenos Aires is meer nog een stad om de sfeer van te proeven dan om er de bezienswaardigheden te bezoeken.