Goede
indianen,
waren
ook
hier
alleen
dode
indianen
Vuurland
In het Nederlands Vuurland genoemd, in Argentina Isla Grande de Tierra del Fuego, in Chile Territorio de Maggelanes. De archipel behoort ten dele tot Argentina en Chili. Hij bevat één groot eiland, dat vroeger ook gekend was als King Charles South Land, en vele kleine eilanden Kaap Hoorn is het zuidelijkste punt.
Het Argentijns territorium verbindt het Beagle-kanaal met de oostelijke toegang van de Straat van Magellan. Dat deel heeft een oppervlakte van 21.615 vierkante kilometer, of zowat de twee derden van België. De bevolking wordt geraamd op 7550. Het Chileense deel telt 132.333 inwoners.
De hele archipel is 71.484 vierkante kilometer groot, meer dan tweemaal ons land dus.
Het oostelijk deel van het grote eiland is in feite een uitvloeier van het Patagonisch plateau. De gemiddelde temperatuur is hier 6° C en jaarlijks valt er 635 mm regen. Op de bergflanken zijn wind en regen vrijwel een permanentie. Veeteelt, vooral het schapen fokken, is de belangrijkste activiteit, hoewel er ook goud gevonden is.
Voor de komst van de Spanjaarden woonden hier de Ona in het westen en de Yahgan in het zuiden. Nog slechts enkelen onder hen hebben de geschiedenis overleefd.
Tierra del Fuego werd ontdekt door Magellan, maar de eerste expedities werden ingezet door de Britten, onder hen de zoöloog Charles Darwin (1840).
In Tierra del Fuego, dat tweemaal zo groot is als ons land, leefden enkele duizenden Ona-indianen, toen Magellan hier langskwam. Hij zag 's nachts talloze kampvuren en noemde het ontdekte land Vuurland. De indios, die nomaden waren, leefden van de jacht op de guanaco en de nandu. Alle pogingen om het land binnen te dringen vanuit Punta Arenas mislukten door hun verweer.
Toen Argentina en Chili het land onder elkaar verdeelden, waren hun dagen geteld. De Chileen Serrano ontdekte de graslanden voor de schapenkweek en een zekere George Porter vindt goud in de Sierra Boquéron. Een stormloop van kolonisten volgt.
De indringers huren professionele jagers in om de Ona's te verdelgen. Een oor van een Ona wordt vergoed met één schaap. Een hoofd met twee schapen. De Ona-beschaving wordt neergemaaid.
Een Salesiaanse missionaris José Fagnano verwerft een concessie op het Dawsoneiland. Hij vangt daar de overlevende indianen op. De nomaden konden zich niet aanpassen en werden bovendien geteisterd door de ingevoerde Europese ziekten.
Toen dominee Bridges in 1920 de missiepost sloot, leefden er nog 276 Ona's. Nu blijft er in Punta Arenas alleen een gedenkteken over, dat is opdragen aan de "Onbekende Ona".
Thomas, de zoon van Bridges, was geïntrigeerd door de taal van de Yamanas, een andere stam die op Isla Navarino leefde. Hij besloot een woordenboek samen te stellen en vond niet minder dan 32.000 woorden en begrippen uit het Yamana, die in het Engels konden worden omgezet.
Het woordenboek is helaas overbodig geworden. De Yamana-stam verging het niet beter dan de Ona's.
Punta Tombo,
badstad
van
de
pinguïns
Van september tot maart leven hier miljoenen pinguïns. Zij volgen de vaste "pinguin-highways" en vissen dicht bij de kust voor hun maaltijden. Hier kan men genieten van hun gekke wandelwijze en kan men hen volgen in hun herhaaldelijke uitstapjes van de rotsen om een zeebad te nemen of te vissen.
Punta Tombo ligt 165 kilometer ten zuiden van Puerto Madryn. Zowat 108 kilometer van de weg behoren niet tot "de beste soort". Onderweg naar Puerto Madryn loont het Museo Gaiman in Rawson een bezoek.
Puerto Madryn
en Trelew
De stad, die zowat 65 kilometer ten noorden van Trelew ligt, werd in 1865 gesticht door Pary
Madryn. De stad groeide uit tot een toeristisch centrum voor bezoeken aan de Valdès Peninsula en Punta Tombo.
Trelew, dat groeide onder impuls van inwijkelingen uit het Britse Wales, groeide uit tot een kleine industriestad. Hier is ook het vliegveld gelegen.
Valdes-schiereiland,
speelplaats
van
walvissen
zeeolifanten
zeeleeuwen
Dit is één van de belangrijkste wildreservaten en ook de broedplaats voor de zuidelijke walvissen, de zeeolifanten en zeeleeuwen. Langs de weg kan men guanacos, rheas en maras ontmoeten. Het schiereiland zelf is dor.
Hier bevindt zich het laagste punt van Zuid-Amerika, 40 meter beneden het zeeniveau. Jaren geleden produceerden de zoutputten enorme voorraden, die vanuit Puerto Madryn werden verscheept.
De echte attractie in de 19de eeuw waren de meer dan zevenhonderd walvisvaarders, die vanuit Puerto Piramides vertrokken. In 1935 werd een internationaal beschermingsverdrag ondertekend.
Sedertdien heeft het walvissenbestand zich een beetje hersteld en men raamt hun aantal nu op 2000 stuks. De dieren komen dicht bij de kust om zich voort te planten. Dat gebeurt tussen de lente en einde november. Het is een plezier om ze te bewonderen tijdens hun spel in het water.
De zeeolifanten spartelen in Caleta Valdès terwijl Puerto Piramides de badstad is van de zeeleeuwen. Langs de kliffen kan men ook in groten getale de aalscholvers aan het werk zien. Puerto Piramides ligt op 95 kilometer Puerto Madryn.
De grootste estancia hoort toe aan één familie. Zij ligt, zuidoostelijk van Rio Grande, gespreid over 100.000 hectaren waarop 60.000 schapen leven.
Langs de weg staat een monument ter nagedachtenis van de eerste Spaanse kolonisten, die het op het schiereiland slechts volhielden van 1774 tot 1810. Toen werden ze verjaagd door de indianen. Vlakbij het monument ligt Isla de los Pajaros, een vogelreservaat, en ietwat verder bij Riacho San José kan men bij de zeerand honderden flamingo's ontwaren.
Ushuaia,
na
de
goudkoorts,
de
schapen
Isla Grande, het Argentijnse deel van Tierra del Fuego, beslaat een oppervlakte die gelijk is met de twee derden van ons land: 21.340 vierkante kilometer. Er zijn drie steden Ushuaia, Rio Grande en Tolhuin. Zij werden onderscheidenlijk gesticht in 1884, 1921 en 1972. Op 1 kilometer ten westen van Ushuaia ligt het Parque Nacional de Ushuaia.
Tolhuin ligt oostelijk bij het 100 kilometer lange Lago Fagnano en telt 500 bewoners. Tolhuin is een benaming uit de indiaanse Ona-taal en betekent hartvormige heuvel. Van bij de Hosteria Kaiken geniet men het mooiste gezicht op het meer. De zuidelijke kust van het meer bevat vele kleine baaien, die in 1949 ontstonden uit landverzakkingen tijdens een aardbeving.
De enige hoofdweg is "Ruta 3". Zij verbindt het noorden van Cabo Espiritu Santo met het oostelijk deel van de Straat van Magellan en eindigt, net als de Pan Americana bij Lapataia.
Gouddictator Guanacos treft men aan in het noordelijk deel van de baai San Sebastian of op de zoutvlakten naar Paramo, dat ooit een goudkoorts ontketende. Dat was in 1887-1898, toen ene Julius Popper dictator kwam spelen over de noordelijke vlakten van Vuurland.
Zuidoostelijk van Rio Grande ligt de Estancia Sara, de grootste schapenfokkerij van Vuurland met een twintigtal werknemers. Estancias waren vroeger kleine steden met een eigen bakkerij, tuinen, clubs, kindertuin en ambachtelijke activiteiten.
De ongeschoolden, die er werkten waren de peones, een begrip dat in Argentina niet als smalend wordt ervaren. Het meest voorkomende schaap dat er gefokt wordt is de Corriedale. In de omgeving van de stad ligt ook de Estancia Maria Behety. Zij bevat een grote scheerzaal: 40 werknemers kunnen hier tegelijk schapen scheren.
Rio Grande telt 30.000 bewoners en is het centrum van 'olie en schapen'. Er staan ook enkele fabrieken, die … tv-toestellen assembleren. Hier staat ook het grootste vleesverpakkingsbedrijf van Tierra del Fuego. Rio Grande is ook een centrum voor forelvangst.
Zuidoostelijk van Rio Grande, langs Ruta 3, ligt de Estancia José Menendez. Zij is de oudste van de streek. Toeristen kunnen hier overnachten aan de dagelijkse activiteiten deelnemen.
De eerste blanken Vanuit Ushuaia zelf kan men een blik werpen op Ushuaia Bay, het Beagle-kanaal en de twee Chileense eilanden Navarino en Hoste. De stad telt 23.000 ingezetenen en is een strategische marinebasis. Zij telt enkele fabrieken en opslagplaatsen voor ingevoerde producten en goederen.
Een driehoekig monument herinnert aan bisschop W.H. Stirling (1869-1907). Hij was de eerste blanke, die vrijwillig zes maanden in Vuurland kwam wonen. Het monument staat bij de Anglicaanse missie. De eerste permanente blanke inwoners waren Thomas en Mary Bridges en John en Clara Lawrence. Zij vestigen zich tussen 1870 en 1873. De stad werd officieel gesticht in 1884 als nederzetting voor de kustwacht.
De gevangenis, die dienst deed van 1906 tot 1940, ligt nu in de marinebasis. In Ushuaia staan nog verschillende door gevangenen gebouwde en versierde woningen. Houten behuizingen bedekt met ijzeren platen en versieringen, die wellicht een vleugje Russische inspiratie vertonen, staan er tussen uit Zweden ingevoerde prefabwoningen en nieuwe houten gebouwtjes.
De fabrieken, die hier taksvrij werken, veroorzaakten met hun nieuwe arbeiders een behuizingsprobleem. Sommigen moeten al een onderdak zoeken op de heuvelflanken met hun ruig klimaat.
Zeevruchten beheersen hier de gastronomische tafels. Voor de Centolla, de zuidelijke koningskrab, is hier gegeerd. Schaap en lam zijn uiteraard ook streekgebonden heerlijkheden.
Ushuaia biedt ook het Museo Fin del Mundo, het museum van het einde van de wereld. Hier prijken indiaanse relikwieën, boegbeelden van schepen (vele schepen vergingen immers bij Kaap Hoorn tijdens hun doorvaart van de Straat van Magellan) en een mooie collectie van opgezette lokale vogels.
Beagle-kanaal,
oevers
begroeid
met
schelpen
Ten zuiden van de Paso Garibaldi, waar ooit welvarende houtzagerijen aan het werk waren, draait Ruta 3 naar de vallei Tierra Mayor. Vandaar leidt "Ruta J" (ook Ruta del Atlantico genoemd) naar Bahia Brown bij het Beagle-kanaal. Beagle was de naam van het schip waarmee Charles Darwin hier de diverse rassen kwam bestuderen.
Vanop het kanaal ziet men het Chileense Puerto Williams liggen. Dit stadje ligt zuidelijker dan Ushuaia. De oevers zijn bedekt met Yahganschelpen, een soort ronde mosselschelp. De Yaghans waren de oorspronkelijke indiaanse bewoners.
Op de heuvels boven het kanaal ligt één van de oudste boerderijen, de Estancia Harberton. Zij werd gesticht in 1886 en biedt toeristen geleide bezoeken. Hier heeft men een mooi uitzicht op baai, kanaal en de Chileense eilanden waarop Argentina nog altijd aanspraken laat gelden.
Beneden ligt het oudste natuurreservaat, een klein bos in feite, waar men kan kennismaken met de Yahgancultuur, een schapenscheerderij en de oudste boot die in Vuurland gebruikt werd.
Rio Gallegos
De meest zuidelijke havenstad van enig belang is Rio Gallegos. De eerste fokkers, die zich in Zuid-Patagonia vestigden, waren Engelsen en Schotten. Velen onder hen verlieten hiervoor, einde van vorige eeuw, hun verblijf op de Malvinas (Falklands). Zij waren hiertoe aangemoedigd door de Argentijnse gouverneur van Santa Cruz, die hen aantrekkelijke voorstellen liet geworden. Andere inwijkelingen kwamen uit Punta Arenas en Puerto Natales in Chili.
Omstreeks de eeuwwisseling beschreef C. Siewart na een bezoek aan Rio Gallegos de toestand als volgt: "In dit prachtige land staan geen hotels en draagt niemand uw koffers en toch heeft men hier het gevoelen dat men in Oud-Engeland vertoeft, of ten minste op de Falklands. Alles is hier Engels, op de lokale regering na: de taal, het geld, de schapen, de drank, de ladies en gentlemen".
Rondom Rio Gallegos groeiden grote estancias en van hieruit werden vele duizenden tonnen wol naar het Verenigd Koninkrijk verscheept. Toen bestond er nog geen douane.
Argentina is ooit een land van 80 miljoen schapen geweest en was toen ook de belangrijkste wolleverancier ter wereld. Nu blijven er minder dan de helft van die schapen over en zij leven vrijwel uitsluitend in Patagonia. De meest gefokte schapenrassen zijn de Australische Merinos en Corriedales.
In 1934 telde Rio Gallegos 94 estancias met 800 fokkers en helpers voor 180.000 schapen. De oppervlakten van de boerderijen liepen van 2000 tot 200.000 hectaren.
Argentijnen en Chilenen zochten later nieuwe toekomstmogelijkheden en sedert hun inwijking is de Britse invloed verdwenen. Toch bestaat er nog The English Club, waar toeristen kunnen overnachten. Rio Gallegos groeide uit tot een stad met meer dan 85.000 bewoners.
De provincie Santa Cruz zou begin van de jaren twintig nog een bloedige revolte beleven. Onder invloed van de sovjetrevolutie in Rusland en geleid door anarchisten braken massale stakingen uit. Zij begonnen in de haven, maar zwermden snel uit naar het hele landbouwgebied. Toen de arbeiders, die in armzalige omstandigheden werkten, in botsing kwamen met het leger vielen er vele doden. Eenzame grafzerken herinneren bezoekers aan deze tragiek van Patagonia.
Calafate,
zuidelijker
dan
Nieuw-Zeeland
Calafate is de belangrijkste stad in het zuidelijke merendistrict. Zij ligt 300 kilometer ten westen van Rio Gallegos. De verbindingen gebeuren met propellervliegtuigen van LADE. Langs de weg duurt de rit ten minste zes uur.
In de omgeving van Calafate ligt de 3375 meter hoge Mt. Fitz Roy. Calafate zelf is een rustig stadje, dat herleeft tijdens de zomermaanden, want de winters zijn er lang en koud. Een blik op de wereldkaart volstaat overigens om vast te stellen dat dit stadje zuidelijker ligt dan Nieuw-Zeeland.
In de omgeving leven zeldzame vogelsoorten, zoals zwanen met zwarte halzen en de koning van de Andes, de Condor.
Het donderende ijs van Parque Nacional Los Glaciares
Ten westen van Calafate strekt het nationaal park Los Glaciares zich parallel uit met de Andes, voor meer dan 200 kilometer. Hier, op de grens met Chili, ligt het oostelijke deel van de Continentale ijskap. Lago Argentino, met zijn ijsschotsen, is het sieraad van dit nationaal park.
De zuidelijke sector meet 400 kilometer. De hele ijskap bedekt een gebied van 22.000 vierkante kilometer. In dit gebied van enorme ijsvelden, kan wie geïnteresseerd is in geologische fenome-nen, ontelbare nunataks zien, ultra-harde rotsen die de aanvallen van gletsjers overleefd hebben.
Dank zij het merengebied kreeg dit nationaal park de bijnaam Klein Zwitserland.
De Upsala-gletsjer is de grootste. Hij is 50 kilometer lang en 10 kilometer breed. Hij ligt bij Lago Argentino en kan alleen vanop het meer worden bewonderd. De bootjes vertrekken vanuit Puerto Bandera, op zowat 40 kilometer van Calafate. Er kan een koude wind waaien. Vlakbij ligt de Estancia La Anita, een enorme schapenscheerderij.
De Ventisquero Moreno daarentegen is één van de zeldzame gletsjers op aarde, die blijft groeien. Zijn tong baadt in het meer en daar is zij nog zestig meter hoog. Dat is zowat de hoogte van 7,7 privé-woningen met twee verdiepingen!
Elke dag stoot hij hiervan een meter af. Wanneer zijn ijsschotsen in het 1500 vierkante kilometer grote Lago Argentino storten kan het gedonder gehoord worden tot in Calafate